De godenzoon die komt wordt Immanuël genoemd, “God met ons”. Dat is nog bescheiden uitgedrukt want de godenzoon is de wegwijzer naar het diep verborgen inzicht dat God in ons woont. Jezus is afgelopen maandag niet in Bethlehem geboren. En al helemaal niet in een stal. Op aarde is voor hem geen plaats. Wat wil zeggen: het goddelijk en het aardse, geest en materie, staan met elkaar op gespannen voet. De enige plek is de kribbe. Over de nieuwe Bijbelvertaling (NBV) heb ik gemengde gevoelens. Ik ben er vooral blij mee, maar op een aantal cruciale punten niet. Soms wordt er vertaald vanuit het – al dan niet bewuste – idee dat iets echt is gebeurd. In dat geval word je met de vertaling die kant opgeduwd. Zoals met het kerstverhaal van de kerstnacht in de versie van Lucas. In de kerstnacht heb ik nog nooit en zal ik nooit de NBV- vertaling lezen. Om twee redenen. Vanwege de voederbak, en ook vanwege het teloorgaan van het prachtige, plechtige driemaal “En het geschiedde”, dat bovendien inhoudelijk van belang is. Wat Lucas schrijft is niet echt gebeurd, maar het is wel geschied. De vertaling met voederbak is technisch gezien juist, maar roept historiciteit op, terwijl het Oudhollandse woord ‘kribbe’ iets anders suggereert. Gevlochten doet het mij denken aan het biezen mandje van Mozes. Maar voor de gelijkenis met Mozes moeten we bij het Mattheüs- evangelie zijn, niet bij Lucas, dus hier moet ik mij terughoudend opstellen. Hoe dan ook, het is geen feit wat Lucas schrijft, maar bedoeld om in ons te geschieden als Gods werking in ons. Dat het in Lucas 2 om een soort van legende gaat zullen de lezers van mijn blog wel beamen. Geldt dat ook voor de meeste gelovigen? Ik ben bang van niet. In Nederland al niet, laat staan in de ‘Bible belt’ van de Verenigde Staten en al helemaal niet in Afrika. Als je alleen al in Nederland de gelovigen die het kerstverhaal als historisch zien ieder een euro moet geven, ben je platzak (met het inkomen van een predikant).
Ook bij de rest van de bijbel gaat de doorsnee gelovige uit van de veronderstelling dat het een boek vol geschiedenis is. Ons kerstverhaal is echter aantoonbaar niet echt gebeurd. Dat ontdek je al door de versie van Lucas te vergelijken met die van Mattheüs. In ieder geval moet je dan tot de conclusie komen dat één van de twee niet zo gebeurd is. Ik beperk mij tot één voorbeeld Jezus is volgens Mattheüs geboren ten tijde van Herodes de Grote, de dappere held die bang is voor jongetjes jonger dan twee jaar en ze aan het zwaard laat rijgen. Herodes stierf in 4 v.Chr. Dan moet Jezus in 5 of 6 v.Chr. zijn geboren. Dat dit niet in het jaar nul is, daar komen de letterknechten nog wel mee weg, de christelijke kalender werd later ingevoerd, men heeft zich enkele jaren vergist. Kan gebeuren. Volgens Lucas is Jezus geboren toen Quirinus het bewind over Syrië voerde. Echt gebeurd. Eindelijk eens iets in de bijbel dat echt gebeurd is. De feestvreugde van degenen die de bijbel letterlijk nemen wordt echter danig getemperd als men ontdekt dat de knaap landvoogd was vanaf het jaar 6 n.Chr. Je eerste regeringsdaad is dan vast niet zo’n grote volkstelling, je moet je eerst inwerken enzo, kennismaken met de secretaresse, u kent het wel (ik helaas niet). Laten we zeggen dat de volkstelling in het jaar 7 n.Chr. plaatsvindt. Dan is Jezus geboren in dat jaar. Maar ook is hij geboren in 5 v.Chr. of eerder. Ervan uitgaande dat Herodes de Grote de kinderen tot 2 jaar aan het zwaard laat rijgen is 6 v.Chr. een aardige uitkomst. Wie niet lijdt aan dyscalculie ziet de bui al hangen. Het grootste wonder van Jezus is dat zijn geboorte minstens twaalf jaar heeft geduurd.
Beste gelovigen: houd er nu eindelijk eens mee op om de bijbel letterlijk te lezen. Dan opent zich de diepgang van de Bijbelse verhalen. En, dominees, lees eens een boek dat buiten de betreden paden gaat. Het hoeft niet eens van atheïsten te zijn, zoals Richard Dawkins (al beveel ik zijn boeken van harte aan). Tjeu van den Berk is een erkend theoloog (weliswaar rooms-katholiek, maar dat is dan ook het enige vlekje op zijn blazoen). Hij maakt gewag van een Jeremia legende in Egypte. Dat er een legende is over deze profeet is verklaarbaar vanuit het feit dat Jeremia, een historische figuur, die, om het vanuit de beleving in die tijd te zeggen, heulde met Babylonië, de grootmacht die Israël omver liep en in ballingschap voerde. Hij werd ontvoerd naar Egypte, zijn aartsvijand. En of all places juist daar schreef een jood uit Alexandrië in de eerste helft van de eerste eeuw een verhaal over de profeet, die vereerd zou zijn door de Egyptenaren, nadat hij gestenigd is door zijn volk. Het laatste is heel goed mogelijk, het eerste natuurlijk niet. Maar in een legende kan alles en dus lezen we dat Jeremia de Egyptenaren beschermt tegen giftige slangen en ander ongerief uit de dierenwereld. Wel in combinatie met de waarschuwing dat de goden van Egypte zullen wankelen. Dat is gefundenes Fressen voor de joodse Alexandrijn. Al met al leidt het ertoe dat de Egyptenaren, houd u vast hier komt de clu, een maagd in het kraambed vereren en een zuigeling in een kribbe aanbidden. De reden daarvan is een geheim dat de profeten hebben gegeven op de vervulling waarvan men wacht. Het teken van verlossing is dus het kind van een maagd in een kribbe. Het kind van een maagd met goddelijke trekken (want dat is kenmerkend voor kinderen die uit een maagd worden geboren), daarvan weten wij. Niet van Jeremia, maar van Jesaja, die de voor christenen bevestigende tekst uitspreekt dat de maagd zwanger zal worden en een zoon zal baren, die de naam Immanuël krijgt, “God met ons”.
Hij is de bevrijder, ook van Egypte! De Jeremia legende meldt hier dus de profetie van Jesaja, die ook spreekt van redding van Egypte en Assyrië (hoofdstuk 19 Boek Berk).