De maagd en de kribbe

De godenzoon die komt wordt Immanuël genoemd, “God met ons”. Dat is nog bescheiden uitgedrukt want de godenzoon is de wegwijzer naar het diep verborgen inzicht dat God in ons woont. Jezus is afgelopen maandag niet in Bethlehem geboren. En al helemaal niet in een stal. Op aarde is voor hem geen plaats. Wat wil zeggen: het goddelijk en het aardse, geest en materie, staan met elkaar op gespannen voet. De enige plek is de kribbe. Over de nieuwe Bijbelvertaling (NBV) heb ik gemengde gevoelens. Ik ben er vooral blij mee, maar op een aantal cruciale punten niet. Soms wordt er vertaald vanuit het – al dan niet bewuste – idee dat iets echt is gebeurd. In dat geval word je met de vertaling die kant opgeduwd. Zoals met het kerstverhaal van de kerstnacht in de versie van Lucas. In de kerstnacht heb ik nog nooit en zal ik nooit de NBV- vertaling lezen. Om twee redenen. Vanwege de voederbak, en ook vanwege het teloorgaan van het prachtige, plechtige  driemaal  “En het geschiedde”, dat bovendien inhoudelijk van belang is. Wat Lucas schrijft is niet echt gebeurd, maar het is wel geschied. De vertaling met voederbak is technisch gezien juist, maar roept historiciteit op, terwijl het Oudhollandse woord ‘kribbe’ iets anders suggereert. Gevlochten doet het mij denken aan het biezen mandje van Mozes. Maar voor de gelijkenis met Mozes moeten we bij het Mattheüs- evangelie zijn, niet bij Lucas, dus hier moet ik mij terughoudend opstellen. Hoe dan ook, het is geen feit wat Lucas schrijft, maar bedoeld om in ons te geschieden als Gods werking in ons. Dat het in Lucas 2 om een soort van legende gaat zullen de lezers van mijn blog wel beamen. Geldt dat ook voor de meeste gelovigen? Ik ben bang van niet. In Nederland al niet, laat staan in de ‘Bible belt’ van de Verenigde Staten en al helemaal niet in Afrika. Als je alleen al in Nederland de gelovigen die het kerstverhaal als historisch zien ieder een euro moet geven, ben je platzak (met het inkomen van een predikant).

 

Ook bij de rest van de bijbel gaat de doorsnee gelovige uit van de veronderstelling dat het een boek vol geschiedenis is. Ons kerstverhaal is echter aantoonbaar niet echt gebeurd. Dat ontdek je al door de versie van Lucas te vergelijken met die van Mattheüs. In ieder geval moet je dan tot de conclusie komen dat één van de twee niet zo gebeurd is. Ik beperk mij tot één voorbeeld  Jezus is volgens Mattheüs geboren ten tijde van Herodes de Grote, de dappere held die bang is voor jongetjes jonger dan twee jaar en ze aan het zwaard laat rijgen. Herodes stierf in 4 v.Chr. Dan moet Jezus in 5 of 6 v.Chr. zijn geboren. Dat dit niet in het jaar nul is, daar komen de letterknechten nog wel mee weg, de christelijke kalender werd later ingevoerd, men heeft zich enkele jaren vergist. Kan gebeuren. Volgens Lucas is Jezus geboren toen Quirinus het bewind over Syrië voerde. Echt gebeurd. Eindelijk eens iets in de bijbel dat echt gebeurd is. De feestvreugde van degenen die de bijbel letterlijk nemen wordt echter danig getemperd als men ontdekt dat de knaap landvoogd was vanaf het jaar 6 n.Chr.  Je eerste regeringsdaad is dan vast niet zo’n grote volkstelling, je moet je eerst inwerken enzo, kennismaken met de secretaresse, u kent het wel (ik helaas niet). Laten we zeggen dat de volkstelling in het jaar 7 n.Chr.  plaatsvindt. Dan is Jezus geboren in dat jaar. Maar ook is hij geboren in 5 v.Chr. of eerder. Ervan uitgaande dat Herodes de Grote de kinderen tot 2 jaar aan het zwaard laat rijgen is 6 v.Chr. een aardige uitkomst. Wie niet lijdt aan dyscalculie ziet de bui al hangen. Het grootste wonder van Jezus is dat zijn geboorte minstens twaalf jaar heeft geduurd.

Beste gelovigen: houd er nu eindelijk eens mee op om de bijbel letterlijk te lezen. Dan opent zich de diepgang van de Bijbelse verhalen. En, dominees, lees eens een boek dat buiten de betreden paden gaat. Het hoeft niet eens van atheïsten te zijn, zoals Richard Dawkins (al beveel ik zijn boeken van harte aan). Tjeu van den Berk is een erkend theoloog (weliswaar rooms-katholiek, maar dat is dan ook het enige vlekje op zijn blazoen). Hij maakt gewag van een Jeremia legende in Egypte. Dat er een legende is over deze profeet is verklaarbaar vanuit het feit dat Jeremia, een historische figuur, die, om het vanuit de beleving in die tijd te zeggen, heulde met Babylonië, de grootmacht die Israël omver liep en in ballingschap voerde.  Hij werd ontvoerd naar Egypte, zijn aartsvijand. En of all places juist daar schreef een jood uit Alexandrië in de eerste helft van de eerste eeuw een verhaal over de profeet, die vereerd zou zijn door de Egyptenaren, nadat hij gestenigd is door zijn volk. Het laatste is heel goed mogelijk, het eerste natuurlijk niet. Maar in een legende kan alles en dus lezen we dat Jeremia de Egyptenaren beschermt tegen giftige slangen en ander ongerief uit de dierenwereld. Wel in combinatie met de waarschuwing dat de goden van Egypte zullen wankelen. Dat is gefundenes Fressen voor de joodse Alexandrijn. Al met al leidt het ertoe dat de Egyptenaren, houd u vast hier komt de clu, een maagd in het kraambed vereren en een zuigeling in een kribbe aanbidden. De reden daarvan is een geheim dat de profeten hebben gegeven op de vervulling waarvan men wacht. Het teken van verlossing is dus het kind van een maagd in een kribbe. Het kind van een maagd met goddelijke trekken  (want dat is kenmerkend voor kinderen die uit een maagd worden geboren), daarvan weten wij. Niet van Jeremia, maar van Jesaja, die de voor christenen bevestigende tekst uitspreekt dat de maagd zwanger zal worden en een zoon zal baren, die de naam Immanuël krijgt, “God met ons”.

Hij is de bevrijder, ook van Egypte! De Jeremia legende meldt hier dus de profetie van Jesaja, die ook spreekt van redding van Egypte en Assyrië (hoofdstuk 19 Boek Berk).

Maagdelijke geboorte (Maak dat de kat wijs)

Komende kerst klinkt in heel wat kerken weer de prachtige tekst uit Jesaja (7: 14): “Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven.”

In de context van kerst kleurt de profetie als een voorzegging van de geboorte van de Messias. En zie! Die maken we mee in de evangelielezing. Nadat we tussen beide lezingen in ‘Daar is uit ’s werelds duistre wolken een licht der lichten opgegaan’ hebben gezongen. Heeft de bijbel toch gelijk, Johannes had het al voorspeld. Een hele opluchting voor standvastige gelovigen, die diep van binnen een beetje onzeker zijn geworden door alle berichtgeving over geloofszaken in de gewone mensenwereld en predikanten die beweren dat God niet bestaat en, nog erger, eentje (eenzaam maar niet alleen) die Jezus van Nazareth wegstreept.

In de nieuwe Bijbelvertaling is de maagd ontmaagd, er is een ‘jonge vrouw’ van gemaakt. Die hoeven geen maagd te zijn en daarmee helpt deze vertaling gelovigen uit de brand die van een maagdelijke geboorte van Jezus niet willen weten. Dat kan immers niet! U weet wel, ‘the birds en bees’; een eitje bevruchten lukt niet echt als het maagdenvlies een onneembare vesting vormt.  En dus jubelt men mee in het koor van vrijzinnige uitleggers der Schriften, die zeggen dat de tekst van Jesaja verkeerd is vertaald. Daar hebben ze, ik geef het eerlijk toe, goede argumenten voor. In het Hebreeuws staat er namelijk almah, en dat betekent ‘jonge vrouw’, ook al is de vertaling met ‘maagd’ mogelijk. Voor ‘maagd’ heeft het hebreeuws een ander woord namelijk betulah.  Dat is echt alleen maar voor maagden in de technische zin van het woord. De profetie van Jesaja is gericht op koning Achaz en betreft de dynastie van David, waarin deze Immanuël geboren zou worden. In die tijd dus. Intussen  is daar nog wel het punt van de vertaling. Als die inderdaad verkeerd is geweest en wij, met de Nieuwe Bijbelvertaling, het oude woord ‘jonge vrouw’ opnemen dan kunnen we de maagdelijke geboorte van Jezus wel op onze buik schrijven. Mattheüs zou dan hebben moeten melden dat, volgens de profetie van Jesaja, Maria de jonge vrouw is die zwanger is geraakt. Jong zou ze maagd kunnen zijn voor onze orthodoxe diehards, maar hun zaak wankelt wel als er niet uitdrukkelijk van een ‘maagd’ gesproken wordt. Dan zou het, oei oei oei, toch kunnen zijn dat Jozef…nou ja, u weet wel. Of, daar moet je helemáál niet aan denken: een Romeinse soldaat. Ik roep dit niet zomaar, er is een traditie die dit zegt. Dat spreekt tot de verbeelding. Maria die valt voor een stoere militair. Lekker toch?

Hoe ongemakkelijk voor sommigen ook, de vertaling met ‘jonge vrouw’ staat sterk. Case closed, dacht ik dan ook. Al valt niet weg te poetsen dat van Jozef wordt gezegd dat hij geen gemeenschap met Maria heeft voordat het kind geboren is en dat het kind door de Heilige Geest is verwekt. Dat valt nog wel recht te breien, maar je moet er gekunsteld voor redeneren. En je moet bovendien het evangelie van Lucas negeren, waarin Maria op de door de engel aangekondigde zwangerschap riposteert dat zij geen gemeenschap heeft gehad met een man. Ook deze evangelist verwijst naar verwekking door de Heilige Geest. Dat maakt het niet gemakkelijker op om er omheen te lopen. Dat doen we dan ook maar niet,  want die kant moeten we inderdaad op.

De zaak wordt helder als we vaststellen dat er van een vergissing helemaal geen sprake is geweest. In de belangrijke Septuagint  (= de Griekse vertaling van de Hebreeuwse bijbel), die in de derde eeuw voor Christus tot stand kwam, hebben de geleerden er bewust voor gekozen om almah te vertalen met maagd (parthenos), hoewel zij heel goed wisten dat de vertaling met jonge vrouw taalkundig gezien correcter was. De reden laat zich raden. In hun tijd is de tijdgebonden profetie over wat er in de tijd van koning Achaz zal gebeuren (400 jaar eerder) volstrekt niet relevant. De joodse geleerden die de Septuagint maakten wonen in Alexandrië. In Egypte is men vertrouwd met maagdelijke geboortes. Godenzonen worden per definitie uit een maagd geboren. Ook  godendochters trouwens, zoals farao Hatsjepsoet, circa 1500 v.Chr, van wie wordt verhaald dat haar moeder maagd was toen zij door de god Amon (die te vergelijken is met de Heilige Geest) werd verwekt. De vertalers van de Septuagint maken van de lokale profetie van Jesaja een universele voorzegging. Er komt een godenzoon!  Wordt vervolgd in de blog. Wie een spoiler wil begeve zich op 24 december om 22.30 uur naar de Sint Baafskerk in Aardenburg)

Wie is Lazarus? (jij niet na een avondje doorstappen)

Hoe dicht het christelijk geloof tegen dat van Osiris in Egypte aanschurkt wordt onderstreept in de opwekking van Lazarus. De Canadese ex-priester in de Anglicaanse kerk, Tom Harpur, hoogleraar nieuwe testament  aan de universiteit van Toronto analyseert de opstanding van Lazarus minutieus. Zijdelingse opmerking: hoe durven hoogleraren als Lietaert Peerbolte, Schmidt en Merz twijfel aan de historische Jezus weg te zetten als onwetenschappelijk, en degenen die op die lijn zijn als mensen die “het” (Jezus) “dossier niet kennen”. “Arrogant” is wel de meest bescheiden kwalificatie die ik hen kan toedichten. Harpur is een hoogleraar die het dossier maar al te goed kent. Stukken beter dan de “koppige heren” (inclusief mw. Merz), zoals Campbell degenen noemt die zich vastbijten in rationeel geloof. Tom Harpur is helaas een klein jaar geleden overleden – op een gezegende leeftijd, dat wel – . Hij deelt de opvatting dat het christelijk geloof voortkomt uit het mythische geloof van Egypte en dat de historische Jezus niet heeft bestaan. Zijn boek ‘de heidense Christus’ was beststeller van het jaar 2004. Het bouwt op Dr. Alvin Boyd Kuhn, die de verwantschap tussen Jezus, Horus, Mithras en  Boeddha  constateert en voortborduurt op Gerald Massey, de Messi van de egyptologen. Zij zijn ook mijn bronnen. Ik maak de kanttekening dat Massey put uit de dodenboeken, sarcofagen en de hiërogliefen. Dit zeg ik met het oog op angstige theologen die wegkijken door de bronnen te diskwalificeren, zodat ze niet op de inhoud hoeven af te gaan. Bronnen in steen gebeiteld zijn rotvast. Tom Harpur heeft zijn analyse van het verhaal van Lazarus te danken aan de genoemde geleerden vóór hem. Ze zijn transparant als bepaalde namen worden geanalyseerd, bijvoorbeeld waar, zoals wij straks zullen zien, de Egyptische plaats Anu gelijkstelt wordt aan Bethanië. In principe is dat wetenschappelijk te falsificeren. Daar sta ik open voor. Laat maar weten als het niet klopt.

De opwekking van Lazarus is zonder twijfel het grootste wonder van Jezus. Iemand opwekken uit de doden gaat een flinke schrede verder dan water in wijn veranderen. Dat is iets waarvan ik vermoed dat Victor Mids het ook kan. Het is ronduit opmerkelijk dat dit grootste wonder van Jezus alleen in het Johannes evangelie voor komt. Dat geen tijdgenoot van Jezus ervan weet moet toch tot de conclusie leiden dat het niet echt is gebeurd. Dat zal het drietal hoogleraren dat ik hierboven afkeurend noem ook wel vinden, ze zijn niet zwaar orthodox of, nog erger, confessioneel. Daarom benadruk ik dat mijn bedoeling niet is om te onderstrepen dat de historische Jezus nooit iemand uit de dood heeft opgewekt. Dat vindt dit drietal ook. Dus ik baseer hier niet mijn opvatting op dat er nooit een historische Jezus is geweest. De reden dat ik de opwekking van Lazarus uitgebreid napluis is, dat hieruit duidelijk wordt dat Jezus sterk verbonden is met Horus en Osiris. Hij is in dit verhaal Horus. De Egyptische (niet historische) Horus loopt in de joodse mythe uit in (de niet historische) Jezus.

In het Egyptische dodenboek is de stad Anu – in het Grieks Heliopolis – de stad van de zon. Hier worden de riten van de dood begrafenis en opstanding van Osiris/Horus jaarlijks opgevoerd. Nu = moeder hemel. A= ‘niet’, zoals a-sociaal, niet-sociaal betekent. Anu is dus: Niet niets. Maar alles: het is de plaats waar de goddelijke zielen in ieder mens gaan. Dat is incarnatie, maar wel hun symbolische dood, want vleselijk is vreselijk voor de zuivere ziel. Goddank is er opstanding in het verschiet. Anu werd ook wel omschreven als de stad der broodvermenigvuldiging. In de film Zeitgeist wordt gezegd dat het sterrenbeeld maagd “huis van het brood” wordt genoemd; de maagd houdt een schoof tarwe vast. Dat heeft te maken met de oogstmaanden augustus – september.  “Bethlehem” verwijst dus naar het sterrenbeeld maagd. Niet vreemd dus dat de maagd Maria volgende week Bethlehem aandoet.

Beth = Huis. Beth wordt door de Hebreeën ook aan Anu gevoegd: Beth-Anu. In de oudheid zijn ‘u’ en ‘i’ inwisselbaar. Je kunt dus ook zeggen Beth-Ani. En dan hebben we het al: Bethanië! Als in het Johannes evangelie iets in Bethanië geschiedt dan is dat dus, als we het terug projecteren, in het Egyptische Anu.

Daar gaan we op excursie naar toe. Maar we moeten een wijle geduld hebben, we nemen eerst een belendende bus. De komende tijd vraagt immers om uitstapje naar een ander huis des broods, het hierboven al genoemde Bethlehem. Daar staat het een en ander te gebeuren. Bij een maagd, dat is voor u nu evident.

Osiris en Christus

Bij inwijding in het geloof van een mysteriereligie kennen we verschillende stadia. Eerst verlaat je je comfortzone, je laat je oude leven achter je. Het wordt er niet gemakkelijker op, want die weg is een kwestie van sterven. Hoe zou je anders opnieuw geboren kunnen worden? Deze wijze van sterven wordt uitgedrukt in de doop.  Wij  hebben in de regel de kinderdoop en lopen daarmee veel mis. Al houd ik mij verre van de gedachte dat het in evangelische kringen en bij doopsgezinden, waar de volwassen doop wordt gepraktiseerd, allemaal beter is. Helemaal niet! De oorspronkelijke doop is van geheel andere orde. Je werd daarvoor pas toegelaten na een intensive weg van voorbereiding, ik meen van drie jaar onderwijs in de schriften. Er is een theorie dat de evangeliën de weerslag zijn van doopcatechese. Die lijkt mij behoorlijk overtuigend. In een papyrus uit het begin van onze jaartelling beschrijft een mystagoog (een heilige leraar), de Amonpriester Horsiëse, zijn inwijding in Abydos (de stad die verbonden is met de cultus van Osiris). De onderaardse gang van het heiligdom verwoordt hij als “ het ingaan in Geb” (of Seb = de aarde). Hij is nu in wat hij een “grot” noemt. Ik moet   hierbij denken aan de grot waarin Mithras is geboren en hoewel Jezus volgens gelovigen die het evangelie nooit nauwkeurig hebben gelezen in een stal geboren is, weten ze in Bethlehem wel beter. Daar kun je de geboortegrot van Jezus bezichtigen. Jezus is feitelijk nooit geboren, maar in zijn Bijbelse hoedanigheid wel, en wel als kind van hemel en aarde, vandaar dat hij uit de aarde aan het licht komt. Uit de buik van de aarde als het ware. Een grot, wat u zegt. Intussen hebben we Horsiëse de tijd gegeven om verder te lopen en daar staat hij nu: aan een waterbassin.  Hij gaat rond de oever en vaart in de boot van Osiris over het water. We moeten hier denken aan zuiveringsrituelen. Daar onder de aarde brengt degene die ingewijd gaat worden de nacht door. De ziel van de god kan immers pas tot je komen in de droom, als de ratio geheel en al uitgeschakeld is. Om die reden komen Sint en Piet ook in de nacht, evenals de tandenfee. Na de afdaling in de onderwereld en de reiniging staat de inwijdeling herboren op.

In de Egyptische dodenboeken staat beschreven hoe de dode beproevingen moet ondergaan om poorten te kunnen passeren. Inhoudelijk komt dit overeen met het zojuist beschreven ritueel. Feitelijk gaat het anders, en dat kan gemakkelijk want van feiten is geen sprake. Uiteindelijk komt hij aan in een rechtszaal. Osiris is de rechter, Horus de advocaat. Anoebis leidt de gestorvene binnen. Diens leven gaat op de weegschaal. De dialogen zijn zo opgesteld dat ze bij leven worden gedaan, het gaat dus niet per se om iets van na je feitelijke dood. De inwijdeling zegt o.a. ik heb niemand gedood, geen echtbreuk gepleegd, hongerigen gevoed etc. Na het hebben doorstaan van deze lookalike van de Tien Geboden wordt de wijdeling Osiris genoemd. Jij bent Osiris! Dat is wat je in het gnostisch christendom (ook) bij Paulus tegenkomt: “Christus is in jou”. Wat je ook kunt uitdrukken als: jij bent Christus. In een zuiver bestaan ben je (de) god zelf.  Osiris dient voor de inwijdeling als drank en voedsel. Daarop leef je. Je krijgt in het ritueel dan ook brood en bier, de uitstoom van de god. Dat wij het doen met brood en wijn is toe te schrijven aan het feit dat wijn de drank van Israël is, en bier die van Egypte. Een detail nog: de inwijdeling wordt gezalfd met mirreolie. Wie van de gelovigen die geen vreemde is in Jeruzalem, denkt dan niet aan het derde geschenk van de wijzen uit het Oosten en aan de zalving van Jezus door een vrouw, kort voor zijn kruisiging?  Duidelijk is dat het Egyptische ritueel bestemd is voor levenden. Dat kan ons helpen de tekst van Mattheüs 25 te verstaan. Dat oogt als een laatste oordeel na je dood en zo wordt het door praktisch iedereen verstaan. Het jaagt zware gelovigen de stuipen op het lijf. De dood moet echter ritueel worden verstaan, de dopeling sterft aan zijn oude bestaan. Het is dan ook één van de afzweringen die je bij de doopgedachtenis  in de Paasnacht tegenkomt. Je neemt afstand van alle kwaad.  De overeenkomsten wijzen erop dat het christendom gefundeerd is in het Osiriaans Egyptisch geloof.

# Me Too

Er zijn duizelingwekkend veel mythes, die ook nog vele varianten kennen, zoals die van Osiris. Dat heb je nu eenmaal als het niet gaat om feiten. Dan kan en mag alles. Zoals in dromen waaiert het alle kanten uit. Osiris is een kind van Noet en Seb, hemel en aarde. Hij trouwt met zijn zus Isis. Ook dat gaat zonder scrupules. Horus is hun zoon. Vaders en zonen wisselen onbekommerd van rol, Horus wordt Osiris en andersom. Wie dat vreemd vindt is geen christen, want bij Jezus en zijn goddelijke vader is het niet anders. Die zijn ook één en dezelfde als je het mag geloven, en, vooruit dan maar, dit keer mag het, zelfs van mij.

De mythe van Osiris is voor ons van belang, want zij is verwant met onze eigen Christus mythe (ik bedoel: het evangelie). Seth regeert over de woestijn, nabij het dodenrijk. Ik laat de voorgeschiedenis maar even liggen en ga meteen naar de oudste zoon van Noet en Seb, Osiris. Hij is de eerste god die mens wordt (immers zoon van hemel en aarde), ver voor de ons bekende Jezus. Die dus helemaal niet uniek is in zijn menswording, zoals bijna alle christenen denken. En na Osiris zijn er nog veel meer, het zijn er zoveel dat ik geneigd ben te zeggen dat het eerder uniek is als een godenzoon geen mens wordt.

Seth is kinderloos. Zijn vrouw en zus Nephtys wil ik niet ongenoemd laten. Die heeft wél een kind. Geboren uit een geheime relatie met haar broer Osiris. # Me Too.  Ze krijgen een zoon, Anubis. Bijgenaamd de Doper. Anubis de Doper, de oudere neef van Horus… Gaat er bij u reeds een lichtje branden? Nephtys en Anubis helpen Isis om het lijk van de vermoorde Osiris te vinden. Seth snijdt het in veertien stukken. Hier komt de beweging van de maan in beeld. Elke dag nadat zij vol is gaat er een stukje af, veertien nachten lang. De stukken worden gevonden en gelijmd en dan heeft Isis seks met haar dode man. In afbeeldingen zien we dat daar vleugels aan te pas komen. Die verwijzen naar de wind. Die waait waarheen hij wil. Bij dergelijke afbeeldingen gaat het om Amon, de god van de levensadem. Wij spreken van de Heilige Geest. Isis raakt dus in verwachting van de Heilige Geest. Blader in het evangelie bij de annunciatie, waar Maria de geboorte van Jezus wordt voorzegd. De engel houdt haar voor dat zij zal worden overschaduwd door de Heilige Geest. In talloze afbeeldingen zien we de Madonna met het kind op haar schoot. Die doet sterk denken aan afbeeldingen van Maria en Horus. Ook het in verwachting raken is identiek. Ik hoop dat de lezers van mijn blog begrijpen dat ik er met deze kennis geen enkel begrip voor heb dat de voorgangers in het christelijk geloof, deze verwantschap negeren en net doen alsof de geboorte van Jezus en wat daaraan vooraf gaat een soort van historie is. Waarbij ik nog wel respect kan opbrengen voor de meest orthodoxen onder hen, die alles, maar dan ook alles, voor echt gebeurd houden. Zij zijn consistent. De bestaande halfhartige opstelling stel ik aan de kaak, een half hart is harteloos.

Er zijn teksten, waarin Horus zijn vader uit de doden opwekt. In Abydos vindt ieder jaar het Osiris festival plaats. In een processie wordt de dode god naar zijn laatste rustplaats gebracht, begeleid door Anubis, een priester met een jakhalsmasker. Ik sla allerlei details over, maar noem wel dat delen van het lichaam van Osiris werden nagemaakt van brooddeeg en verstopt. Waarmee uitgebeeld wordt dat Isis de veertien stukken van het lichaam van haar man zocht. Als een lichaamsdeel gevonden was, werd dit door ingewijden gegeten. Resoneert het al bij u?  “Dit is mijn lichaam”, zegt Jezus en de gelovigen eten het. In de nacht voorafgaande aan de derde dag verblijft een priester in de dodenkamer en roept in zijn droom Osiris aan om neder te dalen in het cultusbeeld. Dat geschiedt. Osiris is uit de doden opgestaan. Het beeld wordt naar buiten gedragen in een openbare opvoering van het mysterie. Eigen aan mysteries is dat ze geheim zijn. De geschiedschrijver Herodotus rept ervan in de vijfde eeuw vChr. De mythe bestaat dan al meer dan duizend jaar.

Tot slot een niet onbelangrijk detail. De Egyptenaren kennen inwijding in het eeuwige leven in dit bestaan. Levend en wel kun je uit een geestelijke dood worden opgewekt. Dit is wat mij betreft een aanknopingspunt om het evangelie, waarin Pasen centraal staat, niet te reserveren voor een opstanding ooit, aan het einde der tijden. Het gaat er in het evangelie om dat wij nu opstaan uit het dode bestaan, het leven waarin duisternis de overhand heeft en liefdeloosheid aan het roer zit. Rechtvaardig leven is het leven van de opstandeling.

Waar wacht u nog op?

 

Zoon van hemel en aarde

Nog maar even in herinnering brengen. Dat er een historische Jezus is geweest is voor de meeste geleerden evident. Als je naar argumenten vraagt om dit te onderbouwen, dan wordt het nagenoeg stil. De reacties zijn in de trant van: “de opvatting dat de historische Jezus niet heeft bestaan is negentiende eeuws”. Of: “Wie twijfelt aan de historische Jezus kent het dossier niet.” Fijn, dat u het zegt, maar waar is de inhoud? Nu hoef je iets wat evident is niet te bewijzen. Dat de aarde om de zon draait, daar geef ik geen argumenten voor als iemand tegenwerpt dat dit niet het geval is. En ik heb ook geen aandrang om ten overstaan van mensen, die menen dat onze planeet plat is, te onderbouwen dat de aarde rond is. De evidentie daarvan laat zich  opzoeken in kloeke boeken. Indien nodig kunnen degenen die van opvatting zijn dat de ronde aarde om de zon draait dit met overtuigende argumenten staven.  Hetzelfde zou moeten geleden voor de historische Jezus. Als die net zo zeker is als de ronde aarde, reik mij dan die boeken aan, die dat met zekerheid aantonen.  Dat moet voor ‘wie het dossier kent’ toch niet al te moeilijk zijn.  Helaas desgevraagd krijg ik niets.

Wel zijn er argumenten die de historiciteit van Jezus weliswaar niet bewijzen, maar die toch  in die richting wijzen. Dat Jezus van Nazareth komt bijvoorbeeld. Waarom zou de schrijver van het evangelie, zo’n in die tijd onbeduidend dorpje nemen als plaats waar Jezus vandaan komt, terwijl de Messias verondersteld wordt uit Bethlehem te zijn? Een evangelist die een joodse godenzoon bedenkt, zou hem ‘Jezus van Bethlehem’ hebben genoemd. Nu moesten evangelisten na Marcus (die de eerste was, die over een op het eerste gezicht historische Jezus schreef) zich in bochten wringen om Jezus van Nazareth naar Bethlehem te krijgen. Wat ze creatief hebben gedaan, we hebben er prachtige verhalen aan te danken, u gaat er over een maand weer van genieten, en ik niet minder. Over Nazareth kan ik kort zijn (mijn boek doet er langer over): dat verwijst naar Nazireeër, een aan god gewijde figuur. Dat is de Bijbelse Jezus zonder twijfel. De kruisdood als historische ongemakkelijk feit is inmiddels besproken, al raken we er nooit over uitgepraat, dus zal ik in latere blogs ongetwijfeld terugkomen op dat oersymbool. Nu wil ik mij concentreren op de historische ouders van Jezus. Jozef en Maria. Het beestje moet een naam hebben. Maar wel graag één met betekenis. Jozef is een naam die de held verbindt met de Jozef die door zijn broeders werd verraden en uit de “dood” herrees en koning werd. Maria = Mirjam, de zus van Mozes. Jezus is de nieuwe Mozes. Dus is Maria geen slechte naam als je een fictieve moeder voor een fictieve zoon zoekt. Op zich is daarmee afdoende afgerekend met degenen die menen dat de namen van de ouders van Jezus een aanwijzing zijn dat hij historisch was. Hun namen zijn echter nog veelzeggender dan we denken. De mythe van Osiris, die raakvlakken heeft met de  mythe, die we ‘evangelie van Jezus Christus’ noemen, is de zoon van Noet en Geb.

Noet is de hemelgodin. Geb de aarde. ‘Geb’ wordt in Oudegyptisch uitgesproken als Seb. En zo komt hij in beeld: Jo- Seb. Jozef de aardse vader van Jezus is de god van de aarde. Niet alleen Jezus, wij allen zijn aards. En ook hemels! Wij zijn kinderen van hemel en aarde. Noet

ken ik van afbeeldingen als de vrouw die zich over de aarde buigt, zij is de ruimte waar de zonnegod in beweegt. Die afwisselend door haar wordt opgeslokt en gebaard. Twee van de kinderen van haar en haar broer Geb, met wie ze getrouwd is, zijn Osiris en Seth. Een derde kind is Isis, de moedergodin.  Zij straalt als Aphrodite aan de hemel, u kent haar als u omhoog kijkt naar Venus. “Venus was her name”!

De godin van de liefde, de Avondster en de Morgenster. Een helder baken voor zeevarenden, op de snelwegen van toen. De matrozen spraken over haar als de “Sterre der zee”, vertaald: “Stella Maris”. En wie is Stella Maris? Vraag het de Roomsen, zij weten het allemaal. Gestaalde gereformeerden moeten er weinig van hebben, Mariaverering is een gruwel in hun ogen. Dat krijg je als je een historische Jezus aanhangt. Dan vervliegt het mysterie en ervaar  je niet dat wij diep moeten buigen voor Maria, de verloren gegane godin. In de drie-eenheid is zij weggemoffeld achter de Heilige Geest. Maar verdringen laat zij zich niet! Maria is   een uitbeelding van het archetype van de Grote Moeder. Zij zit in ons verankerd en het was dus onontkoombaar dat zij in het geloof weer kwam opzetten.  Jezus de Nazireeër, is de zoon van Stella Maris en Jozef. In zijn spoor zijn wij allen zonen (m/v) van  hemel en aarde.

 

Alexamenos bespot Jezus (of toch maar niet?)

De  god Seth die de kwade tegenkracht is van Horus, de zoon van Osiris en Isis, nadat hij zijn broeder Osiris heeft vermoord, ontwikkelt zich tot een goede god. Dat kan allemaal in mythisch dromenland, logisch en consequent is ons onderbewustzijn bepaald niet! Mogelijk zit er in dit geval achter dat het oermonster, de slang (in het Grieks: drakon) Apopis, het kosmisch kwaad verbeeldt. Dat  is zo boos dat het alleen effectief bestreden kan worden door een god die het donker van binnen kent, een ervaringsdeskundige in het kwaad als het ware. U kunt Seth in zijn andere hoedanigheid ontmoeten door met Ryanair naar Rome te vliegen (hierbij groet ik mijn sponsor) en een taxi naar de Via di San Gregorio. Op nummer 30 bevindt zich het Palatine museum. Daar ontwaren wij de beroemde afbeelding van een gekruisigde figuur met een ezelskop. Deze wordt gezien als de oudste afbeelding van Jezus. Wat jammer nou toch dat het een spotprent is. Wat anders? De gekruisigde met de kop van een ezel kan moeilijk anders worden gezien. Er staat ook een Griekse tekst bij: “Alexamenos eert god”.  De jongeman is erop te zien. Hij geeft een soort van handkus, die hij richting gekruisigde blaast. Het idee dat het gaat om een spotprent over Jezus is algemeen. Nog steeds, ook in geleerde kringen, die op mij inhakken omdat iemand die de historische Jezus voor onwaarschijnlijk acht het dossier niet zou kennen en, naar zij menen, onwetenschappelijk is . Fijn mensen, maar voeg dan wel Dr. Tjeu van den Berk aan je dossier toe, die enkele jaren geleden al overtuigend heeft aangetoond (of, als hij het zelf niet heeft ontdekt, het doorgeefluik daarvan is) dat dit niet het geval is. Kijk maar. Om te beginnen moeten degenen die het zien als een spotprent een taalfout aannemen. Dat kan natuurlijk, dat degene die de graffiti aanbrengt een taalfout maakt. Maar het maakt een zaak niet sterker als je die aanname moet doen. En al helemaal niet als de tekst op zich foutloos is. Dat is het geval. Er staat gewoon: “Alexamenos eert u, God.”  Leg de teksten naast elkaar en voel dat de impact heel anders wordt. Het (veronderstelde) spottende karakter is in de tweede – en juiste – vertaling volledig weg, het tafereel wordt eerder respectvol. Wie de hakken nog in het zand schroeft glijdt weg als we hieraan toevoegen dat de kushand die Alexamenos geeft, dank zij andere afbeeldingen herkenbaar is als een heidens gebaar van eerbied. Niks spotten dus! Maar toch, Jezus met een ezelskop… Ook dat hoeft geen spotten te zijn, ontdek je als je de symboliek van de ezel verstaat. Maar het is niet nodig om daarover te betogen, want het is Jezus helemaal niet die daar aan het kruis hangt, het is de god Seth. Hoe weten we dat? Dat kun je zien aan de Y rechtsboven. Dat is bekend als het kruisteken, waarmee de god Seth wordt aangeduid. De cultuurfilosofe Barbara Walker zegt over Seth: “Hij werd gekruisigd aan een gevorkt  kruis en doorstoken in zijn zijde.”  Kenners van het kruis van Christus voelen de bui al hangen: de kruisdood van Jezus Christus is die van Seth! Niks historisch aan. Of gaan we beweren dat de historische dood van Jezus toevallig verloopt via het scenario van een mysteriespel? Met details van de mythische kruisiging van Seth zoals het doorsteken van zijn zijde? Kerkvaders die in hun maag zaten met het feit dat de weg van Christus in oudere heidense verhalen al te lezen is, redden zich hieruit door te spreken van duivelse nabootsing. Satan wist van te voren  van de geschiedenis van de historische Jezus en heeft hen honderden jaren die weg aangereikt om als verhaal te vertellen van hun goden. Zodat de christenen later zouden gaan twijfelen aan de historiciteit van Jezus. Een rotsvast fundament voor wie de historische Jezus voor zeker houden. In het bijzonder tijdens een feestje als de omstanders beneveld zijn door de wijn. Want nuchter moet je toch constateren dat het verhaal van de kruisiging in het evangelie (onderling kloppen de vier bovendien niet met elkaar) minder aanspraak maakt op historiciteit dan op de opvatting dat de kruisdood van Jezus een mythische schildering is.

Jezus geeft de geest

Na drie uren is het voorbij en precies op dat moment sterft Jezus, hij “geeft de geest”. Is dit sterven? Integendeel, zon en maan hebben een nieuwe geest verwekt! Na de incubatietijd komt deze aan het licht, de zoon wordt geboren. “Wedergeboorte” , u zegt het. Opstanding =opnieuw geboren worden. Niet vleselijk maar geestelijk (vergelijk Johannes 3). Dat de dood is overwonnen, het kwaadaardige monster verslagen, wordt geïllustreerd door Mattheüs, die de graven laat opengaan in Jeruzalem, de doden worden opgewekt. Ook hier geldt dat als je dit als feit ziet het uitermate spectaculair is maar in diezelfde mate onwaarschijnlijk, omdat  geen enkele onafhankelijke bron uit die tijd hiervan melding maakt. Terwijl Jeruzalem bepaald niet in een uithoek lag en nieuwsstromen gestaag door de beddingen van de handelsroutes bewogen. Dat het geen feit is maar uit andere bron komt is niet moeilijk vast te stellen. In de Osirismythe verrijzen de doden ook tot leven. In het Egyptische Dodenboek staat: “Heil, rijs op jij Jantje Jansen (Pietje Pietersen mag ook) je hebt je hoofd teruggekregen, je botten omarmd, je vlees samengeraapt.”

Pasen is een maanfeest dat voortkomt uit de Egyptische mythe. Je kunt nog wat dieper graven dan zie je dat Osiris oorspronkelijk een vegetatie god is. Vegetatiegoden zijn verpersoonlijking van de stervende en opstaande natuur. Dat het maanfeest in het voorjaar plaatsvindt is dan ook geen toeval. Dan is immers staat de natuur, getrouw aan het leven, op uit de dood.

Dit is dus gans anders dan de opvatting dat Jezus aan een kruis moest worden doodgemarteld omdat God bloed wil zien ter genoegdoening van de zondeval van de mens. Die, zo weet iedereen met een nuchter boerenverstand,  nooit kan hebben plaatsgevonden omdat de evolutie ons leert dat het paradijs nooit heeft bestaan, laat staan Eva die als appeltje voor de dorst haar man verleidt om met haar de sappige vrucht te eten, waardoor wij als nakomelingen ook de dupe zijn. Het geloof dat een mens, Jezus, letterlijk geofferd moest worden om God aan zijn gerief te doen komen is behalve flauwekul ook je reinste godslastering. Dat komt  ervan als je het evangelie verkeerd leest en er historie van maakt.

Goed en kwaad, het zit in ons en we projecteren het op de goden. In traditioneel christelijk geloof hebben we ze bijna allemaal afgeschaft, alleen Jahwe is er nog. Merkwaardig, dat geloof van ons, want volgens de bijbel, die de bron is van ons geloof wemelt het van de goden. En zelfs de meest behoudend gelovige heeft er meer dan één. Zij hebben immers de duivel behouden in hun pakket. Ook een god, van het kwaadaardige soort. God en de duivel bestaan echter niet buiten ons om. “God gebeurt” sprak ds. Klaas Hendrikse en duivelse krachten kwamen los om hem de kerk uit te drijven. Omdat hij zo eerlijk was om daarbij te vermelden dat God niet bestaat. Waarmee hij de God bedoelt die vele gelovigen voor ogen hebben, Iemand (of Iets) dat buiten ons om bestaat. Er is iets, zeker. Er is meer dan wij met ons verstand kunnen bevatten. Maar het zweeft niet buiten ons, het leeft in ons. Zowel God als de duivel. Zij wonen in ons als goed en kwaad. En strijden voortdurend met elkaar, zoals Seth en Horus.  In de mythe van Osiris is zijn broeder Seth de kwaadaardige kracht tegenover de goede Horus. Omdat er uit ons onderbewustzijn  van alles op kan borrelen en consequent bezig zijn, iets is waar het onderbewustzijn niet aan doet (immers consequent zijn is rationeel en sluit de poot naar het onderbewustzijn) hoeven wij ons er niet over te verbazen dat Seth ook in een andere rol terug te vinden is, en wel een hele verrassende. Daarover volgende week meer

Zon, maan en opstanding

Vorige keer gaf ik aan dat de vrijzinnige prof. Smits zich keerde tegen de verzoeningsleer van Paulus. Vrijzinnigheid spreekt mij aan, maar de verzoeningsleer van Paulus schuif ik niet terzijde. Waarschijnlijk ben ik een van het normale patroon afwijkende lijn, maar hij is mij ingegeven dus vroeg ik mij af: waarom houd ik beide vast, hoe verhouden zij zich tot elkaar? Ik denk dat de weerstand zit in het feit dat door  met name confessionele en evangelische gelovigen de diepte van de verzoeningsleer van de apostel niet goed wordt verstaan en plat wordt gekoppeld aan het feitelijk lezen van het evangelie. Doe je dat, dan is de kruisiging geen gebeuren in de hemelse sferen in de oertijd van vóór alle tijden, zoals Paulus dat voor zich ziet, maar een Romeinse executie, die in die tijd veel voor kwam en waar Jezus niet aan ontkwam. Wat de vraag oproept: hoe kan dat gebeuren? De van God gezonden Messias wordt gedood na een schijnproces. Probeer  je een antwoord, dan moet op een of andere manier God er achter zitten, het kan niet een misser aan zijn kant zijn, dat is niet des Gods. Verbind je het met de term verzoening, dan is het een kleine stap om de kruisdood uit te leggen als de te betalen prijs om de honger van een toornige God te stillen. De complicatie dat Jezus namens God Petrus (en daarmee de kerk) voorhoudt dat je zeventig maal zeven maal moet vergeven, laat ik nu maar achterwege. Ik constateer dat God in de ‘ik wil bloed zien’ opvatting niet erg vergevingsgezind is. En het oude testament, dat God voorstelt als liefdevol, barmhartig en genadig (lees bijvoorbeeld Jona) zit er ook behoorlijk naast. Hoe komen we hier uit? Ik denk als volgt: de kruisiging is geen feit, waar we bij kunnen komen, maar een mysterie dat ontoegankelijk is, tenzij we de smalle weg gaan van inwijding in het geheim. Paulus is een goede gids om het mysterie in kaart te brengen. Maar denk niet dat je Paulus kunt begrijpen. Als hij het heeft over het verzoenend bloed van onze Heer Jezus Christus, dan heeft hij het niet over een gebeurtenis in het jaar 33, maar over hemelse sferen oneindig lang geleden. Er kan van een historisch offer geen sprake zijn, om de eenvoudige reden dat de tijd toen niet tikte. Ik wil het ook wel minder stellig zeggen. Het kruis is aantoonbaar een mythisch symbool van vóór Christus. Jezus is niet de enige halfgod die wordt gekruisigd. Als het evangelie een man, die water in wijn verandert, blinden doet zien, doden opwekt en op het water loopt aan het kruis laat slaan, dan is de voor de hand liggende uitleg niet dat dit historisch moet worden verstaan. Wie meent dat de kruisdood historisch is, maar de wonderen niet, winkelt selectief. Dat mag wel, maar dan heb je meer uit te leggen dan wanneer je, in lijn met kennis van ouder mythen, dit hele pakket van het evangelie eenduidig ziet als mythisch.

Dr. Tjeu van den Berk raakt aan het mysterie als hij de dood van Jezus niet beschrijft als feit maar in de mythische betekenis. Hij wijst erop dat het driedaagse verblijf van Jezus in de dood te maken heeft met de incubatietijd van nieuw leven. Het inzicht daarin is vrucht van honderdduizenden jaren observatie van de mensensoort omtrent wat er aan het firmament gebeurt. De mens zag bijvoorbeeld de cyclus van de maan en nam deze op in zijn onderbewustzijn. De rondgang van de maan duurt 28 dagen. Voorts is er een periode van drie dagen, waarin er van de maan helemaal niets te zien is. In beelden, in mythen, komt die in het onderbewustzijn ingedaalde observatie naar boven in ons bewustzijn. Zoals in het plaatje dat een monster de maan belaagt en telkens een stukje van de maanman opvreet, de maan gaat in stukken. Wie de mythe van Osiris kent weet dat de kwaadaardige Seth zijn broeder in stukken laat scheuren. Hoeveel? Veertien. In veertien stukken  wordt Osiris gescheurd  Vanaf volle maan, als de maan in de kracht van zijn leven is, verzwakt hij gedurende veertien dagen, er gaat steeds een stukje af,. Dan is het aardedonker; de maanman is in de onderwereld. Er wordt dan verhaald dat hij daar met de zonnevrouw paart. We zien hun innige verbinding in de zonsverduistering. Na drie dagen wordt de maan opnieuw geboren als zijn zoon, vader wordt zoon. En na enige tijd, als hij op leeftijd is, wordt de zoon vader. Jong verrijzend, oud dalend. In oud-Egypte stond Osiris op de derde dag op uit de doden. Dat heeft dus te maken met de beweging van de maan. Als het over Osiris gaat is het een mythe, maar bij Jezus is het volgens de goegemeente van christelijke gelovigen  geschiedenis. Vanaf  de nieuwe maan komt het kind tot wasdom, de maan wordt vol en dan gaat de cyclus, gelijk een mensenleven, neerwaarts, onze krachten nemen af, we worden met de dag ouder en zwakker. En nu naar het evangelie. Als de lijdensweg van Jezus teneinde loopt omdat zijn leven aan het kruis afloopt is er een zonsverduistering. Hoe gaat dat ook alweer met zonsverduisteringen? De zon bereikt ons niet omdat de maan ervoor schuift. Overdag wordt het donker. Volgens de mythe hebben de zon en de maan in die schuifpartij gemeenschap met elkaar en wordt de nieuwe maan geboren als zoon van de vader. Dat is ondergrond van de zonsverduistering in het evangelie op dat brisante moment. Zie eens hoe armoedig het is als je die zonsverduistering als een toevallig optredend feit beschouwt op het moment waarop Jezus gekruisigd wordt. Natuurlijk, ik weet wel dat de letterknechten er dan de betekenis aan toevoegen dat God hier een teken geeft, maar dan ben je aan de feiten voorbij en doe je aan theologie. Dat is op zich goed, maar weet dan wel dat je je eigen uitgangspunt dat het evangelie geschiedschrijving is ondermijnt.

 

Het portie van Fikkie

Het wordt anders als we de veronderstelde feiten met een brok dogmatiek opsieren. Dan zeggen we dat in de kruisdood  Jezus de Zoon van God zijn bloed offert om genoegdoening te geven aan zijn Vader. Zo redt hij de mensheid die anders verloren zou zijn en zou ondergaan in hel en verdoemenis.  Diepgang heeft het dan wel, maar niet de diepte waar ik op zit te wachten.

En net zo min doet de legendarische vrijzinnige prof. P. Smits dat. Over de bloederige verzoening zei hij begin de jaren zestig – de hippies bestonden nog niet : “Geef mijn portie maar aan Fikkie.”  Een moedige uitspraak in hoogtijdagen van het gereformeerde macht. Het kostte hem de kop. Gelovigen zijn al gauw IS als ze macht hebben. Omdat het bij christenen meestal niet letterlijk gaat kon deze er later weer worden aangenaaid, toen de Hervormde Synode (ziehier het verschil tussen hervormd en gereformeerd) hem herstelde in zijn afgenomen kerkelijke rechten. Heel verstandig maar wel laat.

Dr. Smits keerde zich tegen de verzoeningsleer van Paulus. Ik doe dat niet. Met de aantekening dat ik net als deze geleerde helemaal niets moet hebben van een offer dat Jezus in opdracht van God zou moeten brengen voor mijn zonden. En nog minder vanwege  het daaraan klevende geloof dat ik die zonden al heb op het moment waarop ik geboren word. Hulpeloos maar schuldig, zoals de titel van een boek van een uittreder uit die kring zegt. Het is een afschrikwekkend idee, doch niettemin een gedachte waar diepte onder ligt. Die echter teloor gaat als je hem plat verstaat, zoals de goegemeente van met name confessionelen en evangelischen. Hij houdt, als je de diepte in duikt, verband met de gnostische opvatting dat de mens in wezen goddelijk is en bij zijn geboorte in vuile materie wordt gekluisterd. Wij goddelijke geesten zitten gevangen in een lichaam! Wat je letterlijk ervaart bij het klimmen der jaren – of al eerder als je gehandicapt bent. Er zit dus iets in, in die opvatting. Het lichaam is een gevangenis. Begrijp me goed, ik ben geen zweverige gelovige en mijn lichaam is mij lief, ik ben geaard. Maar dit bestaan is tijdelijk, de materie vergankelijk. En als de tijd daar is moeten we er klaar voor zijn om terug te keren naar de bron. Geniet van het leven maar verlies jezelf niet in lichamelijkheid. Volgens mij zegt de Prediker ook zoiets, al wil ik niet uitsluiten dat ik hem voor mij  karretje span. Hoe dan ook, in die zin moeten we, geloof ik, het vraagstuk van de opstanding overdenken.

Na deze zijweg (die in feite een hoofdroute is) spoed ik mij terug naar de lijn van dit hoofdstuk en wandel ik mee met een oppervlakkig verstaan van de verzoening en het in zonde geboren zijn. Als een pasgeboren baby sterft zou hij de rechtstreeks de hel in gaan (zulke gelovigen hebben de letterlijke hel nog niet afgeschaft, al dooft het vuur meer en meer, zelfs bij de diehards), ware het niet dat Jezus een verzoenend offer heeft gebracht. Ziedaar de opvatting van orthodoxe gelovigen die niet laf om hete brei van hun manier van Bijbellezen heen draaien. Daar prijs ik hen om, zwaar orthodox is tenminste consequent, toch zeg ik uit de grond van mij  hart: ‘Waar ben je Fikkie? Mijn portie kun je ook krijgen!’ Arme Fikkie. De trouwe viervoeter wordt overladen met bakken vol christenen die hun buik vol hebben van dergelijke onzin. Wat gaat er mis? Daarover volgende keer.