Ongelofelijke kracht (1)

Wij gaan op naar Pinksteren. Voor mij het feest van de groeikracht van de natuur, waarin een vermogen van schier ondenkbare kracht schuilgaat. Noem het hoe je wilt, voor mijn part geesteskracht. Een echt gebeurd verhaal volgt hier, in twee delen, om dat te illustreren. (Overigens, als het niet echt gebeurd zou zijn, zou het verhaal dezelfde betekenis hebben).

Een kennis van me is van het type Boer zoekt Vrouw. Daarmee bedoel ik niet de stamelaars die Yvonne nodig hebben om, uit een miljoen kijkers, een handvol brieven via de posterijen toegestuurd te krijgen. En aan haar hand uiteindelijk een keuze te maken die niet altijd even goed uitvalt. (Remember Rob). Ik denk meer aan de boer zoals de boer is bedoeld toen god hem schiep. Krachtig. Geaard. Met een door weer en wind gegroefd gelaat. En handen als kolenschoppen. Ik heb het over Jan. (Gewoner wordt het niet). Hoewel oerhollands van naam, is Jan een Fries. Nou, dan weet je het wel. Die zijn met houten doorlopers aan de voeten geboren. Eens schaatste hij de Elfstedentocht, ik heb zijn heilige kruisje gezien en mogen aanraken. (Geen ongepaste associaties graag).

Een jaar of vijftien geleden reed ik met hem de Ronde van Vlaanderen. De toertocht. Die is altijd op de eerste zaterdag van april. Bij ‘reed ik met hem’ moet u denken aan de eerste 25 kilometer van de 145 af te leggen duizendmeters. Waarin hij regelmatig remde om mij te kunnen bijhouden. In ons gezelschap (dochter Ineke was erbij en fietste mij er toen al, met jeugdig elan, uit) was ook de melkboer uit Nijkerk. Iedere Nijkerker weet nu genoeg. Diens sportieve prestaties zijn lokaal geen geheim. Dat hij veel kon was logisch. Hij was opgegroeid met het sjouwen van zware zilverkleurige melkbussen. En gevormd door vroeg opstaan. (Waarom in godsnaam staan die arbeiders altijd zo vroeg op?). De gespierde kabels in zijn lichaam getuigden van zijn noeste arbeid in de morgenstond.

In de dagen na de hoogmis van het wielrennen, waarin ik ruim twee uur na Jan de finish passeerde, gaf ik vol bewondering hoog op van zijn kwaliteiten. Die meer dan ooit meetbaar waren geweest, omdat hij zelfs de boer in melk had overklast. Met melk meer mans had zijn reisgenoot op de Muur van Geraardsbergen aan de horizon zien verdwijnen toen die even aanzette.

Jan nam mijn complimenten dankbaar in ontvangst. Maar aansluitend relativeerde hij ze meteen. Hij vertelde mij dat hij lid was van een schaatsclubje. De kloeke mannen wisselden na de lente-equinox altijd de ijzers in voor de velgen, om met nog meer snelheid de luchtstromen uit te dagen. In deze groep was Jan, naar eigen zeggen, één van de mindere goden…

(Volgende week de ontknoping)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.