Wat doet het er toe, historisch of niet?

Van een trouwe lezer van mijn blog kreeg ik een reactie die ik passend vind om als  aflevering op mijn site te plaatsen. Met toestemming van de afzender, Joop Kolkman, en hier en daar ingekort. Hij schrijft: Met plezier heb ik jouw Mozart-Salieri ‘serie’ gelezen. Sowieso doet het mij aan m’n vader zaliger denken die in pakweg 1983 de film zag, het mooi vond, maar niet te spreken was over de verzinsels er omheen en de feitelijke onwaarheid over Salieri. Alleen dankzij hem wist ik dat het fictie was, anders had de historische verwisseling van feiten zich zomaar kunnen nestelen.

Tevens doet het me plezier dat ik nu pas met terugwerkende kracht de hele rol van Salieri zie. Destijds had ik als pakweg 17,-18 jarige geen dieper inzicht waarom Salieri Mozart nou echt een eikel vond. Ik zag, zeg maar enkel, dat de vrouwen Wolfie wel leuk vonden, en Salieri met die chagrijnige kop vanzelfsprekend een zuurpruim vonden. En als 17-jarige is de vraag of de meisjes je leuk vinden de belangrijkste vraag naast de vraag of het voetbal op zaterdag niet wordt afgekeurd. Salieri vertoonde daarbij een sterke gelijkenis met de vader van mijn vriend in het woonblok achter ons. Die vader speelde zelf (ook) plechtig orgel en benadrukte bijvoorbeeld aan ons dat Ekseption de muziek van Bach verkrachtte. Dus zowel het uiterlijk alsmede het gedrag maakten het niet heel moeilijk om het personage Salieri te projecteren. Niet in het minst tot genoegen van mijn opstandige pubervriend zelf, die zijn vader er denkbeeldig van langs zag krijgen.

De brug die je slaat naar de evangeliën over het gegoochel met historische feiten en het wel of niet handig aandikken van gebeurtenissen begrijp ik ook. Ik snap enerzijds ook nooit zo goed waarom een gelovige zijn fundamenten voelt trillen als hij toe moet geven dat, bijvoorbeeld, het ezeltje van Bileam niet echt sprak. Ik snap anderzijds ook nooit zo goed waarom het zo zou zijn dat je volledig overtuigd moet zijn dat Jezus helemaal niet bestaan heeft. Om pas dan tot de kern door te kunnen dringen? Ik accepteer dat ik een hele serie feiten niet kan checken, laat me niet van alles en nog wat op de mouw spelden, en heb tegelijkertijd in levenslessen van Jezus en het Nieuwe Testament een tot op heden al 55 jaar functionerende spiegel om mezelf te toetsen, duiding te kunnen geven wat er om me heen gebeurt, en hoe ik daar als individu jegens een andere individu in kan staan. Maar ook als individu binnen een groep jegens andere individuen en andere groepen in kan staan. Zoals ik ooit in een slipcursus leerde: blijf sturen naar de kant waar je naartoe wilt. Dan ga je vanzelf op de juiste manier tegensturen. Gefocust blijven dus, op de bedoeling, niet meegaan in elke slip, ‘keep your eyes on the prowl’.

Ik bemerk dat ik mezelf altijd wat ruimte heb gegund om Bijbelse verhalen wat ruimer te duiden, om daarmee te voorkomen dat ik niet tot de essentie van het verhaal kom. Wellicht omdat ik al als kind de ruimte kreeg om te beredeneren dat het scheppingsverhaal echt niet exact in zeven partjes van 24 uur had plaats gevonden. Op de plekken waar ‘van kaft tot kaft’  geëist werd, zie ik mensen altijd uiteindelijk loslaten. De neiging ontstaat om elke redenatie terug te brengen naar feitelijkheden en de rationaliteit het enige te laten zijn dat nog duiding geeft.

Na een periode tussen mijn 40e en 50e heb ik geleerd het gevoel toe te laten en het de waarde toe te kennen die het verdient. Ik denk vaak aan een oude wijkzuster die op basis van  opleiding en ervaring, wist wat ze moest doen en hoe haar tijd in te delen. Totdat iemand dat achter een bureau uit ging rekenen, en kon bewijzen dat hij het beter wist.

Ik vraag mij steeds af: is de nadruk op die historiciteit nou zo belangrijk en noodzakelijk om tot de kern te komen?

Met deze wezenlijke vraag sluit ik het stuk van Joop af. Ik zie hier een worsteling die in eerdere blogs ook aan de orde is geweest en steeds opnieuw de kop zal opsteken. Het overkwam mij ook toen ik mijn boek schreef. Het leidde tot het hoofdstuk ‘De historische Jezus, vier keer niks’. Ik zeg ook wel tegen mijzelf: ‘wat kan jou het schelen of er wel of niet een historische Jezus is geweest?’ En antwoord dan: dat kan mij inderdaad niet schelen. Van mij mag hij hebben bestaan. Maar… en nu komt het (trommelgeroffel): de uitleg van het evangelie wordt gans anders als je uitgaat van Jezus van Nazareth, dan wel van een godenzoon Christus Jezus. In wezen gaat het mij om goede bijbeluitleg. En op dat punt stem ik overeen met het fundament van het christelijk geloof dat zegt: Sola Scriptura. De bijbel alleen. Alleen de bijbel is norm en grondslag van het christelijk geloof. Om die reden is juiste bijbeluitleg beslissend. Als je een mythische figuur in het evangelie voor historisch houdt, dan gaat het op dat punt mis. Andersom ook trouwens. Als je van een historische persoon een mythische godenzoon maakt, trek je het evangelie (dat in dat theoretische geval een historische  figuur beschrijft) scheef.

Een gedachte over “Wat doet het er toe, historisch of niet?

  1. Jakov

    Ben een volgeling van “Arius” (wie is dat?). Het proces in de zoveelste eeuw na Christus om een historisch mens ook tot een soort van God te transformeren gaat mij boven de pet. Meeste stemmen gelden was wellicht de conclusie na het stemmen tellen

    Ik lig er overigens niet wakker van. Mijn voormalige hindoe-collega had een totaal andere kijk op dit soort zaken. We waren het overigens met elkaar eens: hoe ga je met elkaar om.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.